Ondanks dat Max Verstappen in 2024 voor de vierde keer op rij F1-kampioen werd, was Red Bull Racing zich bewust dat het aanzienlijke snelheid moest ontwikkelen om deze sterke resultaten te behouden. Tegen het einde van dat seizoen kwam McLaren namelijk snel dichterbij en het team veroverde ook de constructeurstitel. Het seizoen 2025 begon nog positief voor Red Bull, met overwinningen in Japan en Imola voor Verstappen. Daarna werd het echter aanzienlijk moeilijker en bleek de RB21 duidelijk niet opgewassen tegen de MCL39.
Verstappen benadrukt in een gesprek met Viaplay dat de wijzigingen aan de RB21, gebaseerd op de prestaties van de RB20, tot stand zijn gekomen na een besluit van de “hele groep”. “Je ziet natuurlijk veel dingen van de buitenkant, maar er gebeurt eigenlijk nog veel meer aan de onderkant,” legt Verstappen uit. “Vorig seizoen zijn we een beetje te agressief geweest. En daar hebben we een groot aantal dingen moeten terugbouwen.”
Verstappen voelde al dat er iets niet in orde was en stelt dat hij er “heel vaak op hamerde” wat er precies mis was. “Maar uiteindelijk ben ik niet de aerodynamicaspecialist die kan zeggen: ‘ja, dat is omdat we dit doen of dat doen’. Maar uiteindelijk zijn we wel een beetje achter de filosofie van de vloer gekomen. Ja, bepaalde dingen moeten aangepast worden. Je ontwikkelt daar natuurlijk op, dus je bouwt daarop verder. En als je op een gegeven moment denkt: ‘oh nee, dit is niet goed, moet je heel veel stappen terugzetten.”
Max Verstappen stelt dat de ommekeer vooral in de afstelling te vinden was.
Foto door: Mark Thompson / Getty Images
Alles geprobeerd
In de tweede helft van het seizoen viel er veel meer te vieren bij Red Bull. Waar Verstappen in de eerste vijftien raceweekenden slechts twee overwinningen behaalde, stond zijn totaal aan het einde van het seizoen op acht Grand Prix-overwinningen – meer dan Lando Norris en Oscar Piastri. Die ommekeer was volgens Verstappen vooral te vinden in de afstelling. “Het meeste zat in de setup,” legt de viervoudige kampioen uit. “Het ging echt om de afstelling van de auto. En ja, ook berekeningen waarvan we niet dachten dat ze met de auto mogelijk waren, waar de prestaties vandaan kwamen. Dat kwam er uiteindelijk uit. Iets wat we in de winter nog niet konden zien, denk ik.”
“Ik denk dat we tot dat moment echt alles hebben geprobeerd aan de auto,” vervolgt Verstappen. “Als je GP [Gianpiero Lambiase, race-engineer] vraagt wat we allemaal hebben gedaan, ja, dat is werkelijk niet normaal. Het is echt niet normaal, zelfs van VT1 tot en met de kwalificatie soms, hoe we een hele auto hebben omgebouwd. Alleen die ene afstelling of filosofie… Wat ze ook altijd aangeven: ‘ja, dan verliezen we zoveel downforce. Dat kan niet.’ Uiteindelijk hebben we in Zandvoort, tijdens de kwalificatie, gewoon gezegd: ‘weet je, laten we het gewoon eens proberen. Het loopt toch niet.’”
Met de karakteristieken van de RB21 was het ook moeilijk om de juiste balans te vinden. Verstappen legt uit dat elke millimeter “echt heel veel” kan uitmaken en dat het van het circuit afhangt hoe de auto presteert. “Over het algemeen hebben we, denk ik, altijd meer moeite met hele lange doordraaiers, omdat onze auto in het midden van de bocht altijd een beetje wil ondersturen. En als je dan, zoals in Qatar, van die lange doordraaiers hebt… Dan probeer je natuurlijk die voorkant te vinden, maar dat heeft altijd weer invloed op de achterkant,” legt hij uit. “En dat was altijd weer heel lastig om die balans te vinden.”
We willen jouw mening!
Wat zou jij graag willen zien op Motorsport.com?
Doe mee aan onze 5 minuten durende enquête.
– Het Motorsport.com-team
Ontdek meer van Formule1Info
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
