Max Verstappen: De Deur Naar Nieuwe Avonturen

Voor Formule 1-coureurs is het niet gebruikelijk om tijdens een F1-seizoen een uitstapje te maken naar een ander kampioenschap. Toch heeft dit de afgelopen jaren af en toe plaatsgevonden. Nico Hülkenberg, bijvoorbeeld, was in 2015 coureur bij Force India, maar greep de kans om deel te nemen aan de 24 uur van Le Mans. Met goedkeuring van teambaas Vijay Mallya nam Hülkenberg contact op met Porsche om deel te nemen aan de LMP1. Dit resulteerde in een samenwerking met Nick Tandy en Earl Bamber, en samen behaalden ze de overwinning.

Enkele jaren later begint Fernando Alonso, als McLaren F1-coureur, steeds meer belangstelling te tonen voor de Triple Crown. Hij heeft al de Grand Prix van Monaco gewonnen, maar mist nog de zeges in de 24 uur van Le Mans en de Indy 500. In 2017 doet hij zijn eerste poging met deelname aan de Indy 500. De link is snel gelegd, aangezien motorleverancier Honda ook actief is in de IndyCar, en via Andretti vindt Alonso zijn weg naar de Indy 500. Hij maakt indruk, maar zijn deelname eindigt – net als vaak in F1 dat seizoen – in rook door problemen met de Honda-motor. Een jaar later verschijnt Alonso op Le Mans, waar hij met Toyota meedoet. Het Japanse merk had nog nooit de 24 uur van Le Mans gewonnen, maar met Alonso aan boord slaagt het daarin.

Sindsdien hebben maar weinig F1-coureurs andere autosport disciplines nagestreefd naast de Formule 1. Dit kan simpelweg komen doordat coureurs geen behoefte hebben om iets naast F1 te doen – dat wordt toch al beschouwd als de koningsklasse van de autosport. Een andere reden is vaak meer voor de hand liggend: F1-teams zijn terughoudend om hun coureurs deel te laten nemen aan andere evenementen waar ze zich kunnen blesseren, aangezien dit gevolgen heeft voor de prestaties in F1. Zoals Haas F1-teambaas Ayao Komatsu deze jaar al opmerkte: “Wat is het voordeel voor hen om ergens anders te racen? Ze mogen al in een Formule 1-auto rijden – dat is op zichzelf al een voorrecht.”

Belangrijke afleiding

Voor een F1-coureur moeten de sterren op één lijn staan om uitstapjes tijdens een F1-seizoen mogelijk te maken. Niet alleen moet een team openstaan voor zo’n uitstapje, ook moet het schema dit toelaten. Met 24 races en vele commerciële verplichtingen zijn er maar weinig momenten waarop een F1-coureur tijd kan vinden voor een andere raceklasse.

In het geval van Max Verstappen kwam alles perfect samen voor een deelname aan de Nürburgring Langstrecken-Serie (NLS) op de Nürburgring-Nordschleife. De viervoudige F1-kampioen heeft al een GT3-auto met Verstappen.com Racing in de GT World Challenge Europe Endurance Cup en is ook vaak te vinden in zijn eigen simulator met een virtuele GT3. Eerder dit jaar nam hij al deel aan een open test op de ‘Groene Hel’ onder het pseudoniem Franz Hermann in de Ferrari 296 GT3 van Emil Frey Racing, een team waar hij goede banden mee heeft via Thierry Vermeulen, die in de DTM voor het Zwitserse team rijdt – met de kleuren van Verstappen.com Racing.

Red Bull-adviseur Helmut Marko stond open voor Verstappen’s uitstapje en verklaarde tegenover Motorsport.com: “In een periode waarin onze Formule 1-auto niet optimaal presteerde, stortte hij zich vol enthousiasme op dit avontuur. Het was een belangrijke afleiding voor zijn welzijn.” Wie echter in een GT3 wil racen op de Nordschleife, moet eerst een proces doorlopen om ‘permit A’ te behalen. Verstappen voltooide dit door deel te nemen aan NLS7 in twee Porsche Cayman GT4’s van Lionspeed GP. Hij ontving zijn permit A en mag nu met GT3’s op de Nordschleife rijden.

Daarnaast is het een van Verstappen’s doelen om aan de 24 uur van de Nürburgring deel te nemen. Voor 2026 lijken de sterren op één lijn te staan, want die race vindt plaats in het weekend van 16 en 17 mei – een weekend waarin de F1 een pauze heeft. Uiteraard is er nog toestemming nodig van Red Bull voor deelname, maar gezien de geschiedenis van het energiedrankjesmerk lijkt dat geen obstakel te vormen.

Zet dit de deur open voor meer uitstapjes van F1-coureurs?

Terwijl teams zoals Haas niet openstaan voor uitstapjes van coureurs, laat Red Bull zien dat het mogelijk is – als de omstandigheden gunstig zijn en de coureur een duidelijke ambitie uitspreekt. Charles Leclerc heeft in 2024 al interesse getoond om deel te nemen aan de 24 uur van Le Mans, maar ziet vooral de F1-kalender als een grote hindernis. “Met steeds meer races in de Formule 1 wordt het moeilijker om een andere race te plannen, zeker als je daarvoor ook nog moet testen,” zei de Ferrari-coureur. “Als de kalender het toestaat, waarom niet? Maar momenteel lijkt dat lastig. Natuurlijk wil ik er op een dag aan deelnemen. Wanneer dat zal zijn, weet ik niet, maar ik zou het geweldig vinden.”

Een uitstapje van een F1-coureur kan om meerdere redenen interessant zijn. Voor de kampioenschappen die zo’n F1-coureur verwelkomen, betekent het veel extra kijkers. Ter illustratie: de livestream van de Nürburgring op YouTube met Engels commentaar voor NLS6 trok 40.000 kijkers. NLS7, met Verstappen erbij? 424.000 kijkers. Een dag later was NLS8, zonder Verstappen: 59.000 kijkers. Dit wekt interesse in andere vormen van autosport en plaatst ze, wanneer F1 een weekend vrij heeft, terecht in de schijnwerpers.

De aanwezigheid van een F1-coureur is niet alleen voordelig voor die kampioenschappen, ook de coureur zelf kan er beter van worden. Alonso stelde vorig jaar: “Hoe meer je racet, hoe meer je rijdt, hoe beter je wordt. In plaats van in een restaurant, op het strand of bij een evenement te zijn: als je achter het stuur zit, zal dat uiteindelijk in je voordeel werken.” Alexander Albon, die ook zijn belangstelling voor de 24 uur van Le Mans bevestigde, vergeleek het met het uitbreiden van je vocabulaire. “Je vergroot als het ware je racevocabularium – je krijgt een beter gevoel voor hoe je op de limiet moet rijden en hoe je snel kunt zijn in verschillende soorten auto’s,” aldus de Williams-coureur.

De overlap van F1-races en andere evenementen blijft met de lange kalender de grootste hindernis en dat zal voorlopig ook zo blijven, aangezien F1 vasthoudt aan 24 races per jaar. Desondanks hebben Verstappen en Red Bull laten zien dat er altijd manieren zijn voor F1-coureurs om andere ambities na te streven – hoe groot of klein deze ook zijn. Hopelijk zullen deze NLS-deelnames meer soortgelijke uitstapjes van andere coureurs stimuleren, want dat is uiteindelijk gunstig voor de autosport in zijn geheel – en de coureurs keren completer terug in de F1.