Nederlandse MotoGP: Miguel Oliveira: Top tien op Sachsenring een “goede boost” voor Assen | MotoGP
Nadat hij er bij de MotoGP-seizoensopener in Portimao uitzag als een kanshebber op het podium, werd het seizoen van 2023 van Oliveira zwaar getroffen door blessures.
Ondanks een zware val op zijn rechterschouder op de Sachsenring, deed Oliveira een dappere poging om zijn eerste plaats in de top tien sinds ronde drie van het seizoen op COTA veilig te stellen, terwijl hij ook eindigde als de beste Aprilia-rijder.
“Het was een goede opsteker voor mij en het team om vorige week in de top 10 in Duitsland te eindigen, ook als eerste Aprilia”, zei Oliveira.
“Ik wil deze paar dagen gebruiken om uit te rusten en te herstellen. Maar kom maar op met Assen, ik denk dat we klaar zijn voor de uitdaging en om daar weer een klein stapje te verbeteren.
“Assen is meestal een van de moeilijkste circuits voor het lichaam, maar we zullen er klaar voor zijn.”
Aan de andere kant van de garage verzekerde Raul Fernandez zijn derde puntenfinish van het jaar op de Sachsenring, de jonge Spanjaard is echter nog altijd zonder resultaat beter dan P14.
Hoewel zijn tweede seizoen in de MotoGP iets beter verloopt dan dat van zijn rookieseizoen bij KTM, worstelt Fernandez nog steeds om al het potentieel uit zijn RS-GP22-machine te halen.
Net als Oliveira kwam Fernandez ook zwaar ten val op het Duitse circuit voordat hij als 15e eindigde in de Grand Prix.
Voorafgaand aan Assen zei Fernandez: “Ik ben erg gemotiveerd om naar Assen te gaan. Ik denk dat we in beide laatste races goed werk hebben geleverd.
“In Mugello zagen we het potentieel dat we hadden om snel te gaan en in de Sachsenring hadden we een zeer constant tempo. Daar ben ik erg blij mee en ik kijk ernaar uit om naar Assen te gaan.
“Het lijkt erop dat onze motor het daar goed zal doen, dus ik ben erg enthousiast. We zullen gewoon moeten afwachten hoe het weer zal zijn, want het is daar altijd best lastig.
“Maar ik ben klaar voor alles en ik geloof sterk in onze motor, die moet heel goed werken. En ik denk dat we daar en ook na de zomerstop goed werk kunnen leveren.”